Frommels… zijn korte verhaaltjes die zich vaak spontaan opdringen. Soms een observatie…een fromu gedachtengang…Gewoon wan swiet syat tori… Of een tori san go na yu ‘ ati. Noem het hoe je wil. Als jij graag jouw frommel geplaatst ziet stuur die naar rivox@aol.com

Piepen

Anda!”…Max spreidde zijn linkerhand en duwde met zijn rechter de pink en de duim van zijn linkerhand zover mogelijk uit elkaar. “Kop!”, riep hij uit terwijl hij de knikkers van de grond graaide.”Sortu anda…Ie law na’i ede no? Ye plei f’furu mang…ie no doro. Geef me me knikker terug”, Just keek boos naar Max terwijl hij zijn hand uitgestrekt hield. “No ..no..ie sjie..daarom mi no wan plei nanga yu, ye du lek wan ptjien boi”, hij stak zijn hand in zijn zak en haalde een handvol fraai gekleurde knikkers eruit. “Die spoika is van mij”, Just wees naar de melkkleurige knikker die iets groter was dan de andere.
“Laten we nu bonsbak spelen no Max?”, vroeg Just twijfelend. “Fo echt of fo honderd?’, Max keek ernstig. “Dalijk yo krei baka”

De jongens onderbraken hun knikkerspel toen ze het geklengel van emmers hoorden op het erf naast. Ze giechelden opgewonden toen ze Urmie bij de kraan zagen staan met niets meer dan een wasdoek om haar jong lichaam. Met ingehouden adem gluren ze, want ze weten van Urmie dat ze er fantastisch uitziet. “ En volgens mij heeft ze allang door dat we piepen. Daarom maakt ze een heel ceremonie van haar bad. En zorgt ze ervoor dat we langzaam maar zeker een goed beeld krijgen van haar tedere lichaamsdelen.” Urmie was een pracht van een “dogla”. Ze had van dat dik gitzwart haar dat tot over haar schouders viel. Ze was niet langer dan 1.55m en had dikke sierlijke kuiten onder stevige lichtbruine dijen. Haar gezicht was symmetrisch met een stevige kin een neus die ietwat te breed was aan de basis en een kuiltje in haar linker wang dat goed te zien kwam als ze glimlachte. Ze had grote bruine ogen en volle lippen.

Urmie sjouwde twee emmers tegelijk naar achter. Ze moest telkens even stoppen om de wasdoek die steeds van haar afviel en een stukje van haar borst liet zien, goed te trekken. In het washok staat op een houten stellatie een bekken. Een grote aluminium bekken waarin een quaker oats blik ligt. Daarnaast een leeg zeepbakje. In een hoek stond nog een bekken waarin wit katoenen ondergoed zat te weken, net naast een bundeltje gedroogd blauw: een doekje dat ooit eens wit was met daarin een stuk blauwsel. Daarnaast een stuk sunlight zeep dat grillig gevormd was en een houten borstel. Net tegen de washok was de plee(wc). Eveneens uit hout opgetrokken met twee gaten die uitzicht gaven op een bruine stinkende massa.

“Ey ey dribi no…Schuif even. Ik wil ook zien”, hij stond te popelen om ook een kijkje te nemen. Just stond te gluren naar het lichaam van de jonge vrouw. Terwijl allerlei vreemde en toch bekende beelden zich voor hem uit aftekenden werd hij overspoeld door een scala van emoties. Emoties die zich uitten in een reageren van zijn lichaam, maar dan op een manier zoals hij die niet kon uitleggen. Niet dat hij dat van plan was. Alsof hij er zelf geen deel aan had voelde hoe zijn hand naar zijn kruis ging. Hij hoorde zichzelf zachtjes kreunen en keek verschrikt op. Max stond hem glimlachend aan te kijken en hield een vinger voor zijn mond. “Sa je du? Ssst…ze gaat ons horen”

Hij stond daar met een bonkend hart te genieten van het schouwspel. Ineens keek hij vragend naar Max. “Um..Max…wat is…wat is skietie?. Een jongen op school heeft me gezegd dat ik nog geen skietie heb. Maar wat is skietie? Max schrok even van de vraag die zijn jongere broer stelde. “Mang…wanneer je groot bent ga je het weten”, hij keerde zich om. “je weet het ook niet lachte Just.

“Ey Just..is genoeg zo. kom late we weg gaan”, Max was zich ineens van bewust dat ze elk moment betrapt konden worden. Ongetwijfeld zou de straf niet mals zijn. Op dat moment slaakte Urmie een gil. “Waai…woei…’, Urmie sloeg voor zich uit terwijl haar ferme borsten op en neer deinden. Ze keek om zich heen alsof ze wist dat ze bespiedt werd. Ze pakte een van haar badslippers en sloeg tegen haar groene wasdoek. Een flinke kakkerlak vloog daar vandaan regelrecht op het hoofd van Just. Hij deed alle moeite om niet teveel gerucht te maken terwijl Max het uitproestte. Hij sloeg het beest met vlakke hand van het hoofd van Just die allerlei grimassen maakte van afschuw.

“Wat gebeurd er hier, wat doen jullie”,donderde de stem van hun vader ineens uit het niets. Ze keken mekaar aan en probeerden zich uit de voeten te maken. ” Pe ye long go. Kom hier”, de snelle man pakte ze beide aan hun kraag en bracht ze naar voren. “Ik weet niet wat jullie willen zien. ie piesie n’e boro doti srefi da willen julle piepen. Wacht ik ga jullie mores leren. Ik ga je bast fo je rieten.. Die kleine duvel ga ik vandaag uit je meppen…” Een bijna wreedaardige glimlach tekende zich om zijn lippen. En hoewel hij met ingehouden kracht toesloeg leek hij lichtelijk geamuseerd. Of hij genoot van het pakslaag dat hij uitdeelde,of hij vond het heel gedoe amusant. ” Heb ik je…zoef pats..heb ik je niet gewaarschuwd…zoef pats…heb ik je…heb ik je niet gewaarschuwd..zoef pats…herhaalde hij steeds weer.Alsof hij protest leuzen scandeerde. De tuinslang landde tegen het achter werk van de jongens en ze gilden het uit van de pijn. ” Ja pa… nee pa… Ik verzoek pa..ik ga het niet meer doen.

“Psst…Kom dan…kom hier”,ze fluisterde hees en met medelijden in haar stem. “Hij heeft je pijn gedaan he. Kom dichterbij …zet je “pinda” tussen de jaloezien..zo ja..juist. Max wist niet wat hem overkwam toen Urmie zonder nadenken haar handen tussen de jaloezien stak en zijn piemel vastpakte. Hij schrok en schokte van de aanraking en werd vrijwel meteen hard. “Wat doe je…vroeg hij geschrokken terwijl hij zijn onderlichaam nog meer tegen het raam duwde. “Vindt je dat lekker? “Sang..je bent al een grote jongen”, ze giechelde en moedigde toen ook Just aan. “Kom dan Just”, la me je zien”, ze greep naar hem. “Nee…ik wil niet, zei Just met een rood hoofd…Ik…ik heb toch nog geen skietie…”

Fromu

Patta

“Klaar donie!”, hij hield het pakje kaarten gereed en keek glurend naar Just. Deze keek hem strak in de ogen aan. Alsof hij daar een antwoord zou zien. “Tu!”, riep Just. Vol spanning keek hij naar de kaarten die op tafel kwamen. Steeds sneller ging het. “Stop!.. Donie ete!”, Just scheen overtuigd dat de “twee” bij hem zou vallen. “Ai mie nyang”, hij schoof nog een dubbeltje naar het midden van de tafel. “Waktie waktie donie moro doro”, Min plaatste met een klap ook een dubbeltje op tafel. “Mie nyang”, riep hij zelfverzekerd.

Ze zaten op een grote tafel in een hoek van de recreatiezaal.. Stilzwijgend volgden ze zijn vlugge handen. Het geluid van de kaarten tussen zijn vingers scheen het enige geluid te zijn dat ze hoorden. “Aai…ik wist het”, Just graaide de dubbeltjes van de tafel. Een beetje teleurgesteld legde hij de rest van het pakje kaarten op tafel. “Wakti m’e kong. Ik ga snel pissen.

Hij had al een hele poos willen plassen, maar hij had de kaarten niet uit handen willen geven. Hij keek om zich heen om er zeker van te zijn dat niemand zijn richting uit keek. “Hallo wat doe je daar!?”, een schelle plagende meisjesstem deed hem opschrikken. Hij zag Linda uit de buurt met een vriendinnetje giechelend wegfietsen. “Kom ..kom terug dan zal ik je wijzen wat ik doe”, riep hij ze na. Hij keek nog eens om zich heen, opende de rits van zijn nieuwe ribfluwelen broek en maakte aanstalten om een plasje te doen.

“Wegwezen, un long…”, Just rende hem bijna omver. Hij keek op en zag de zwaailichten van de zwart witte prowagens. Bruine schimmen met bullepezen in hun hand kwamen snel op hem af. Kaarten vlogen de lucht in, deuren sloegen open en dicht. Hij voelde zijn hart in zijn keel tekeer gaan. Met een snelle beweging deed hij zijn rits dicht. Hij rende een meter of drie, stopte pardoes en liep op zijn gemak naar de straat toe.

“Sang psa ? Na yu na ogrie mang dja”, een boom van een agent torende boven hem uit en porde hem in de rug met de bullepees. “Neen…neen beambte…maar ik ik heb niets gedaan. Dus ga ik niet rennen” Voordat hij uitgesproken was kwam de bullepees hard tegen zijn rug aan. “Vooruit…wegwezen!” Hij voelde een stekende pijn en meteen daarna een opluchtende warmte in zijn kruis. Hij keerde zich om en keek de agent woestkwaad aan. “Zomaar sla je me…yu kaolo …” De agent stoorde zich niet aan hem. Even snel als de prowagens verschenen waren, verdwenen ze.

“Ja mang ding mang nak yu”, Just sprak nog steeds opgewonden. Het groepje op de hoek was steeds groter geworden. Keer op keer moest hij vertellen hoe hij de beambte had uitgescholden. En hoe die hem met de bullepees geslagen had. Totdat hij zich realiseerde dat zijn broek nat was. Een diepe verlegenheid overviel hem. Die ma pima beambte had hem in zijn nieuwe broek laten plassen. Ongemerkt begon hij langzaam naar huis te lopen. Hij voelde zich ineens trots worden. Hij was niet laf weggerend, maar was blijven staan en had de agent geconfronteerd. “Ai ..ik hem hem gewezen dat mie no frede”, probeerde hij zichzelf wijs te maken…

Fromu

Marie

Onvast slenterde hij voorbij het Waaggebouw. Zijn blik was strak gericht op de eerste bank onder de eerste amandelboom bij de waterkant. Hij steunde even tegen de muur van het gebouw en spuugde een mond vol met speeksel en alcohol. De bruine zak met de kwart palm erin hield hij stevig geklemd onder zijn arm. Hij mompelde een paar scheldwoorden en zette zich met een plof op de bank.

Zijn blik gleed over de Suriname rivier. Het vuile bruine water klotste tegen de smerige oever en de rauwe stank drong zich op aan hem. Toch haalde hij diep adem. Een grote vogel..geen Sabakoe..streek neer op de Goslar. Hij zuchtte diep. En dan nog eens. Hij wreef over zijn vuurrode ogen. Een dikke traan verscheen in zijn ooghoek.

Hij zette de fles naast zich en nam zijn hoofd in zijn handen. “Marie…Mariehiehie”, snikte hij luid. Met zijn duim tegen zijn neusgat snoot hij luidruchtig. Hij keek even op, zag dat niemand naar hem keek, en veegde zijn hand vlug aan zijn verlepte khaki broek. Hij nam een flinke teug en begon zachtjes te zingen: “Blaka rosoe no je gwe, tjarie me go na in joe atie”, zachtjes neuriede hij het melodietje verder. Terwijl de tranen langzaam over zijn wangen rolden dacht hij terug. In zijn gedachten dansten ze weer eens hun lievelingsnummer. Hij kon bijna haar adem weer voelen, haar lichaamsgeur weer in zich opnemen. Hij huiverde even.

“Joesoe! A man dies ie droengoe baka”, een barse donkere stem deed hem opschrikken. Hij keek schichtig op en keek regelrecht in een brede grijns van Walther. “Ben je weer bezopen jongen”, zei Walther weer terwijl hij hem op zijn schouders klopte. “Bezopen..wie IK?”, hij probeerde zo onnozel als mogelijk te kijken. “Nee mang…Ik ben niet dronken “mie nak wan ptjien sanie wel, maar dronken ..echt niet”.

Ze waren als boezemvrienden en hadden samen kattekwaad uitgehaald op school. Het waren goede tijden. Hij keek Walther aan en zag het allemaal weer voor zich. Hij zag weer de bewonderende blik van Walther toen hij haar aan hem voorstelde. “Deze is het Wallie…Met deze ga ik trouwen en een gezin stichten” , hij had oprecht zijn bedoelingen aan zijn vriend duidelijk gemaakt. “We zullen zien”, had die lakoniek gereageerd.

“Ie sab sa Marie doe tide jongoe? Gewoon a sma no bori. Dus na “cookshop” mie bing moes bai . Ik weet niet wat er met haar is.” Walther keek even bezorgd. “Kande a sma no ab zin..dat is toch geen probleem”, zei hij terwijl hij wegkeek van Walther.

“Wie hou ik voor de gek”, dacht hij. Walther moet het nu toch wel weten. Die schijnt zich gewoon van de domme te houden. Hij greep naar de fles, sloeg zijn nek naar achteren en voorzichtig liet hij het sterk goedje langs zijn keel glijden. Hij proestte het uit. Een vreselijke hoestbui zette in. Hij hield de bank met beide handen vast en schudde over het hele lichaam terwijl hij keer op keer hoestte. In pijn en toch dankbaar voor de gelegenheid liet hij zijn tranen weer de vrije loop.

“Dat klinkt niet goed ouwe jongen. Je moet maar eens naar de dokter”, Walther keek hem met medeleven aan en klopte hem zachtjes op de rug. Alsof dat de pijn zou wegnemen. “Maar mie matie..Ik ga nu maar verder. Misschien is Marie al weer thuis”, zei Walther terwijl zijn gezicht even opklaarde. “Ja is goed, ga naar huis…Ga naar je Marie…Ga naar mijn Marie”, hij fluisterde het laatste zo zacht dat Walther het net niet hoorde.

Waggelend liep hij naar de grote amandelboom zijn rug naar de rivier. Wijdbeens stond hij tegen de boom te urineren. Zijn vingers gingen langzaam over de bast van de boom.
“Hier is het ja…hier had ik haar voor het eerst gehad…jaren geleden”, met een trillende wijsvinger ging hij over een gekerfd hart in de bast van de boom. “J loves M” stond er onder. Hij nam vlug nog een teug en grijnsde. Morgen zou Walther weer niet thuis zijn…

Fromu

Spanish Fly ?

Ze liep bedenkelijk naar de spijkerbroeken te kijken. De zoveelste haalde ze van de rek . Zachtjes liet ze haar handen over de stof gaan. Ze hield de jeans voor zich uit en keek in de spiegel die tegen de deur van de paskamer bevestigd was. “Deze zou me staan”, overwoog ze. Heldere zweetdruppels verzamelden zich op haar voorhoofd. Ze keek om zich heen en werd zich nu pas bewust van de warmte in het boetiekje.

“Mag ik helpen?”, Jack stond haar aan te gapen met een uitdrukkingloos gezicht. Ze had hem niet zien aankomen en was even uit haar normale doen. “Ja alsjeblieft. Ik zou graag deze broek willen passen”, zei ze mat. Hun blikken kruisten en hij raakte verward van haar open blik. Hij wees naar de paskamer maar liet haar blik niet los.

Een tikkeltje opgewonden trok ze haar strakke mini rok uit. Ze voelde de stof langs haar lichaam glijden en rilde. Voorzichtig stapte ze over haar rokje, pakte het op en smeet het op het bankje in de paskamer. Haar vlees puilde uit de nieuwe laag uitgesneden jeans die ze met alle moeite niet kon knopen. Duidelijk een maatje te klein. Ze keek in de spiegel en zag duidelijk een paar haartjes uitsteken. “Ik moet weer scheren”, fluisterde ze tegen zichzelf. Ze streelde langzaam haar onderbuik terwijl ze zichzelf bekeek. Haar ogen stonden glazig. “Die kerel ziet er niet gek uit”, dacht ze glimlachend. Als hij niet oppast pak ik hem zo.

“Yo..Yooo kijk hier man”, Ronald wenkte zijn vriend naar hem toe te komen. “Kon dja jongoe”, zijn stem sloeg bijna over. “Wat is er dan”? Sang psa”, vroeg Jack.
“Wie is die sma? A sma spang wreed”, Ronald wees driftig naar de paskamer.
“Oh die sma? Ik weet niet mang ze is een klant”, zei Jack schijnbaar ongeinteresseerd.
“Kijk even”, Ronald haalde een klein flesje tevoorschijn. “Wat is dat”, Jack greep naar het flesje maar Ronald was hem te snel af. “Weet je wat het is?”, vroeg Ronald. “Mie sabie” zei Jack terwijl zijn ogen groter werden. “Dus wacht..Ro…je wil dat we haar..?”, hij wees naar de paskamer. Voor haar? “Juist…”, grinnikte Ronald.

“Ja ok.. a tori sdong”, Ronald goot voorzichtig de helft van het flesje in een glas, deed er wat ijsblokjes bij en schonk wat cola in. “Ga jij haar verder helpen, het is heet ..ze zal zeker niet een kouwe cola afslaan”

“Hallo kan je me even helpen?”, ze wees naar haar buik. “Jazeker dame”, Jack keek naar haar buik en dan in haar gezicht. Hij zag de gloed in haar ogen. Voorzichtig pakte hij de knoop vast met een hand terwijl hij de knoopsgat met de andere probeerde open te houden. Hij zorgde daarbij ervoor dat de achterkant van zijn hand tegen haar buik aanschuurde. Hij voelde hoe haar lichaam reageerde en dacht haar zelf even te horen kreunen. De broek kon hij echter niet dichtkrijgen. Hij keek naar haar bolle vormen en raakte nog meer opgewonden. Langzaam werd de zweetvlek onder zijn armen groter.

“Het is warm he..je zweet zo”, zei ze giechelend.
“Ja inderdaad ik ga wat te drinken halen wil jij ook een glaasje cola?
“Hmhm waarom niet?Thanks”, ze liep hem achterna met de jeans nog steeds half open.
“Ro…Ronald! Heb je iets te drinken daar? De dame heeft dorst. Hoe heet je eigenlijk vroeg Jack”. Ze zweeg.

Alsof Ronald op een teken wachtte kwam hij aangehold met twee glazen cola. Een voor Jack en een voor de dame. Ze scheen aardig te dorsten, want in twee teugen had ze het glas leeg. “Ik denk niet dat ik deze broek zal nemen”, zei ze.
“Neen het is te strak en je ding puilt zo uit”, Ronald keek haar grijnzend aan. Ze schaterde het uit en liep naar de paskamer.

“A san e wroko k’ba? Hoe lang moeten we wachten? Jack stond nu in een bijna kletsnatte shirt. “Ja 10-15 minuten dan a sma ready”, legde Ronald uit. Ok ok gaan we samen met haar in de paskamer? Of hoe? Ze hoefden niet lang daarover na te denken . “Jongens komen jullie me helpen? Ik kom niet uit de broek” haar stem klonk hees. Ze keken mekaar aan en stormden beide de paskamer in. Ze had niet meer aan dan een brede glimlach…

“Juist man..dat ding is fantastisch”, Ronald hield de hoorn tussen oor en schouder terwijl hij een sigaret uit zijn hemdzak viste. “Ie sabie toch a batra sa ie bing giemie…Jawel die Spanish Fly”, a san wroko jongoe. Sang psa? Ja..mie nanga Jacko. Ai wij beide..haha tegelijk ja” Ronald’s ogen werden langzaam groter..”Sang psa?” Fa je bedoel “soekroewatra” Dus gewoon suikerwater zat in het flesje?”

Hij legde langzaam de hoorn naast zich neer…”Fa dan?

Fromu

Kwie nesie

Oetie stond voorover gebogen met een been in het water. Zijn leren schooltas had ie ergens langs de weg gegooid. “Kltjs kltjs kltsj”, als een mandje hield hij zijn linkerhand in het water, terwijl hij met de middelvinger van zijn rechterhand in het water tikte. Het leek alsof een drijvend witschuimend blad tot beweging kwam. Hij stopte even. Een dreigende golf kwam snel op zijn hand af. Vlug trok hij het weg. Een kleine groep toeschouwers keek vol spanning toe.

Hij had het schuim gezien onderweg naar school. Aarzelend was hij verder gelopen, stilletjes hopend dat niemand het zou opmerken. Na school was hij met een katachtige beweging uit de doni-bus , die maar niet hard genoeg ging, gesprongen. ‘Chef halte!, had hij opgewonden geroepen. Zo ging dat toen. Vreemd eigenlijk de doni-bus kostte geen dubbeltje meer maar dertien cent. Een vreemd bedrag als je het hem vroeg. Vijftien cent was meer wat er in de praktijk betaald werd.

De oude Bedford had zo een klep aan de achterkant. Aan weerszijden werd die open gehouden door twee met grease besmeurde kettingen. Maar het plekje aan het uiteinde van de lange zitbank was steeds een begeerde. Niet alleen was het makkelijk om zo de chauffeur te omzeilen , je had dan ook een prachtig uitzicht op het verkeer en mensen die de bus voorbij reed. Ook kon je makkelijk de meisjes plagen. Hij zat nu echter vol spanning en hoop dat het nest er nog was.

Hij liep hard de zandweg op en zag een groep van 5 jongens bij de plek staan die hij in zijn hoofd geprent had. Hij wist dat zijn kans verkeken was. Oetie stond nu in het water en probeerde met zijn hand de kwie te vangen. Stom eigenlijk. Wist hij dan niet dat de kwie kwie hem zou aanvallen? Hij wist nog goed hoe hij op het nippertje zijn hand had kunnen redden. Sindsdien zocht hij altijd eerst naar een stuk oud kippengaas, een oude boro blik of iets anders. Dat hield hij dan in het water, dan was het gewoon met een stokje spelen in het water totdat de grote soke kwam opzetten. Even goed opletten totdat de kwie kwie net erboven zwom…en dan …hup. Lekker gebakken kuit. Gewoon de duizenden gele eitjes in een pan met een beetje zout en zwarte peper en vooral een deksel opdoen. Na een paar minuten lekker smullen.

Hij stond intussen dichtbij en keek vol spanning toe. Ineens een luide spalsh. Oetie slaakte een luide gil, wierp beide de handen de lucht in en een van de grootste kwie kwie ‘s die hij ooit aanschouwde vloog in een boog de lucht in en kwam terecht op de weg. Met zijn linkerhand hield hij zijn rechterpols stevig vast en sprong naar de kant. Het bloed spoot uit zijn handpalm en er verscheen een diagonale rode streep op zijn hemd. Een luid gemompel steeg op uit de groep toeschouwers. “Kande ie ka”, a beest bigi wreed. “Dies na hechting”, riep een donkere hindustaanse jongen die naar de naam Ashok luisterde. ” Ai a kies ing mooi”, vond Armand. “Waarom kan hij die kwie’s niet met rust laten.”

Alle aandacht was nu gericht op de jaap in Oetie’s handpalm. Hij trok zijn hemd uit en wikkelde die om zijn hand. Met een van pijn verwrongen gezicht en tranen in de ogen gaf hij de soke een trap. Dan nog een. Toen pakte hij zijn schooltas, zijn linkerschoen en de kwie kwie en hij liep hard weg.
Het witschuimend blad was verdwenen. Zwijgend liep Armand weg. Zijn zak was nat en een blad stak eruit…

Fromu

 

Stondoifi

Het zweet droop van onze voorhoofden terwijl we vol trots naar het geraamte keken. “Als we nu wat palmbladeren hadden, dan konden we het dak mooi mee bedekken. Maar mie n’o go in a busi moro”, Willie veegde met de achterkant van zijn duim het zweet van zijn voorhoofd. Hij zwaaide met zijn vlijmscherpe houwer en het wied viel slap neer. “We moeten hier een beetje mooi maken”, dan a san o luku moro bun”. We zouden het perfect hutje bouwen…

‘Hey luku wan stondoifie ‘, vlug greep ik naar mijn katapult. Een meesterlijk gevormde kraka. Een guavetak was het meest geschikt daarvoor. Ik had met zorg eentje uitgezocht. De twee uiteinden had ik samengebonden en boven het vuur van het gasfornuis gehouden. Het heel huis had uren lang een zoete brandgeur. Daarna had ik het op het dak gezet. Dan werd ie pas stevig en kreeg het een mooie kelkvorm. Rode bromfiets binnenband…erg krachtig was dat. Zwart was meestal “rek-stop”. Ik plaatste een “joka” in het leer en legde beheerst aan. Maar nog voordat ik los kon laten was de stonka weg. Willie begon te schelden. “A man dies jongu…altijd je waktie so langa.” Hij had de houwer naast zich gezet en stond naast me met zijn katapult in de handen. “Pier borsu a fowru bing s’dong jongu”, hij schudde zijn hoofd. Ineens hoorden we een geritsel achter ons.

Grote takken en droge bladeren kraakten onder veels te grote voeten. Hij had een glimmende houwer in zijn rechterhand. “Pado…”, fluisterde Willie en hij keek zoekend om zich heen. We keken elkaar aan. Pado maakte een snelle beweging en raapte Willie’s houwer op. “Na dies je suku?’, hij reikte Willie de houwer aan. Willie maakte vier passen achteruit. Het begon langzaam tot me door te dringen dat er iets fouts zou gebeuren. “K’o klaar a sani no”, Pado keek kwaad naar Willie. “Fa ie wani”, zei Willie met een diepe frons op zijn voorhoofd. Dit ging niet goed.

“Sa na a tori?” Ik had al mijn moed bijeen geschraapt en stond precies tussen Pado en Willie. Sa na a ka san diesie”? , probeerde ik met meer overtuiging in mijn stem. Willie was de eerste die me serieus nam. “A san na gewoon mie bing mek grap nanga a mang. Da a man wan feti”, Willie keek nu grimmig. “Maar mie n’e frede ka”, hij stapte nu resoluut naar Pado. “A san a no grap ie bing mekie mang …en mie wel o sorie suma na mie. Yu o sab suma na bigi futu pado tide”. Pado scheen erop belust Willie in stukjes te hakken. In elk geval zo leek het mij.

“A no dja jongu”, ik wist niet wat me bezielde. “Niet hier. Dit is mijn erf en niemand vecht hier.” Ik pakte de houwer van Willie af. Gooide het in mijn linker hand en liep naar Pado toe. “Giem a owru dja”, ik reikte mijn hand uit naar Pado. Hij keek me vreemd aan. Toen verscheen er een brede glimlach op zijn gezicht. Hij twijfelde. “Ok no spang , na joe owru. Ma tek joe owru da ie go na oso. No wan mang n’e fet dja tide”. Ik keek hem diep in de ogen en kon de verwarring zien. Hij keek om zich heen. “Wat maken jullie hier”, vroeg hij ineens nieuwsgierig. “Een hut, maar we hebben nog palmtakken nodig voor het dak”, legde Willie spontaan uit. “Waktie…Ik heb palmtakken thuis. K’o go tek ding no”, Pado legde zijn grote arm over de schouders van Willie. Terwijl ze het erf uit liepen keken ze beide even om. Een brede grijns speelde op hun gezicht. Haastig liep ik de keuken binnen en maakte met bevende vingers een flink glas sterk suikerwater…

Fromu

Pieren

Mie wiekie froekoe tide m’manten. Voor een zondag is dat niet eens normaal. Want mie lob sriebie latie op de zondag. Maar vandaag kon ik niet in bed blijven. Eigenlijk heb ik de hele avond liggen draaien en keren. Eindelijk kon ik opstaan en het huis uitgaan. Dus mie long zoekoe wan skopoe. En ja… ik zag een van die dagen een botroblik ergens liggen. Een boterblik is bij uitstek geschikt om die pieren te houden.

Ja mang… we gaan vandaag hengelen. Pa heeft ons al zolang beloofd. Ik hoop niet dat hij van gedachten verandert. Of dat Ma weer begint te kletsen. Ja toch…Ma heeft dat bijna elke zondag. Ze begint dan in de keuken te werken, zingt van die oude liedjes en voor dat je het weet begint ze Pa zijn huid vol uit te schelden. Want hij is een “motjo pa”, zegt ze. En al het verdriet dat hij haar aangedaan heeft. Doorgaans ligt hij in de voorzaal naar het plafond te kijken. Die man moet elke vierkante millimeter van het plafond kennen. Maar als ze zo begint dan fos ie denkie, Pa tek ing oto en dan is ie weg. Ik weet niet baja…Ik hoop alleen dat we veel kwie kwie’s vangen vandaag. De boterblik is al bijna een kwart vol. Ik haal de pieren eruit en hou ze in mijn hand. Een glibberig grillerig bewegende levende kluwen. Best wel griezelig…wacht eens daar zitten Ma en zus. Ik hou het levende bolletje achter mijn rug en loop naar ze toe. Ma als de dood is voor pieren. Ze is er gewoon bang en vies voor.

No mang..straks wordt ze boos. Haha..ik denk niet dat ik die snekworongs erbij doe. Pa zegt dat die goed zijn voor het vangen van pataka’s, omdat ze zo bewegerig zijn. Maar mie wan fanga ‘kwie. Een fantastische ervaring is dat. Fu fanga a kwie…jongoe. Je kan gelijk zien wanneer een kwiekwie bijt. In tegenstelling tot een crobia of pataka , neemt die kwie zijn tijd. Langzaam ai soigi a worong…en dan lijkt het alsof hij de dobber schuins over het water trekt…en wanneer je voelt dat ie nu echt vast zit…tap…voorzichtig, snel en toch niet gehaast eruit trekken. Wat een rush was dat…een lekker grote soke te voelen aan je lijn. En het gespartel…heerlijk. Maar ik weet niet of het doorgaat vandaag. Pa leek een beetje kwaad…

Fromu

Na Swietie Fu Sapatilla in Dot Bromtjiedjarie

 

Vrijdagavond, Cartouche altijd spang. Om zich heen kijkend in de dancing, zag Iwan haar staan, bij de bar, het lichtspotje viel precies op haar gelaat.
Zeer opvallend, gekleed in een kort zwart rokje, met een rood bloesje, dat nog net een stukje van haar blote middel te zien was, een paar swingende bewegingen makend op tonen van de muziek . Hij schatte haar een jaar of 25.

Al swingend keek Ingrid zo een beetje om zich heen, op zoek naar haar vriendin die nergens te bespeuren was en kwam in oogcontact met Iwan, die haar nog steeds zat aan te staren. Een blik waarin ze gevangen zat. De ogen die haar aankeken, daar verdronk ze gewoon in. Hij zag er goed uit. Ze nam hem van top tot teen op, dit moet een lekker ding zijn, en voelde een wellustig verlangen in zich opkomen. Langzaam kwam hij naar haar toe lopen. Mooi spang meid, ondrosei fu Iwan nak tap hol, ede sei draai dol, “zullen we dansen”: vroeg hij. “Dacht dat je dat nooit zou vragen, en me maar zou blijven aanstaren”, fluisterde ze met een hese stem.
Ze liepen naar de dansvloer, waar Iwan zijn armen om haar middel plaatste en haar helemaal pet naar zich toetrok. Ingrid drukte zich helemaal tegen hem aan.
Hij voelde haar smeltende lichaam tegen zich aan. “Hoe heet je” fluisterde hij.
“Ingrid”, antwoorde ze zachtjes. Ze hield haar adem in, toen hij zachtjes haar rug begon te strelen.
Ingrid, fluisterde hij , zullen we hier weggaan, een eindje rijden. “Ja ” en haar hese stem weergalmde als muziek in zijn oor.

Iwan reed richting Antondragtenweg, de boulevard op en parkeerde de auto dichtbij de rivier. Hij draaide zich naar haar toe en trok haar in zijn armen. Het volgende moment voelde ze hoe zijn handen onder haar blouse verdwenen. Ze hield haar adem in, toen zijn vingers lichtjes haar borsten streelden. Een begeerte die ze niet kon weerstaan. Kreunend trok ze zijn gezicht naar zich toe. “Ingrid”, zei Iwan gejaagd en kuste haar op haar mond.
Ze voelde hoe zijn tong haar lippen vaneen perste. “Je hebt bruine bonen gegeten vandaag”, zei hij plotseling. “Neen…dat was gisteren . Waarom vraag je dat?” Ze keek hem schuin aan. ” Ow nee, gewoon”, hij keerde zich van haar af en keek bedenkelijk voor zich uit. Ingrid streelde lichtjes zijn dijbeen en kneep zachtjes erin. Hij klemde haar hand vast met zijn benen en greep haar vast aan haar schouders. ” Ingrid.., ik moet weg, ik moet nu weg”. Ja maar wat is er dan?”, drong ze aan. “Ik heb nu vreselijke buikkrampen ik moet naar toilet, kan ik je snel terugbrengen of thuis zetten? Met tegenzin liet ze hem los en zei:”doe maar, breng me maar terug”.

Ala Iwan e span beng broko, en hij proefde nog de nasmaak van het velletje bruine bonen dat tussen haar tanden zat in zijn mond…

Torilena

In de bus

Ongeduldig liep hij heen en weer bij de bushalte ergens aan Jamaica Ave, nabij Suthpin Boulevard.. Hij keek op zijn horloge en tuurde in de verte. “A kaolo bus no mang doro ete”, vloekte hij binnensmonds. Hij was reeds laat voor het werk en maakte zich een beetje zorgen. “A ka baas f’mie o lul wan frak baka”, dacht hij bij zichzelf. Er moet iets aan de hand zijn want de Q54 is steeds op tijd. Langzaam begon de groep wachtenden te groeien.

Een forse donkere dame met een zwaar Jamaicaans accent begon zacht te mompelen. “Bomba cloth bus na cum yet”, hoorde hij haar nog zeggen. “You’re abolutely right”, ze kreeg luid bijval van een korte dikke. Die had duidelijk een Haitiaans accent. In een stortvloed van woorden die hij vaak niet kon verstaan, maar waarvan de betekenis blijkbaar niet om nadere uitleg vroeg werd het bussysteem aan de kaak gesteld. Ineens hoorde hij een vette tjoerie. Hij keek onderzoekend waar dat bekend geluid vandaan kwam en zag een tamelijk korte hindustaanse dame staan. Heel even kruisten hun blikken . Hij glimlachte even terwijl hij haar goedkeurend bekeek. Ze keek verlegen weg van hem. Hij kon zijn ogen niet afhouden van haar welgevormde achterwerk. Lekker rond, vol en veelbelovend.

De bus was stampvol. Luidruchtig en scheldend hadden ze zich in de bus gewrongen.Hij vond met veel moeite een plaats om te staan. net achter de chauffeur.
Twee haltes verder meer mensen in de bus, dit was niet goed ..ze was dicht tegen hem aan gaan staan en schoof steeds naar achteren. Elke stap die zij naar achteren maakte noopte hem om dat ook te doen. Hij voelde een por in zijn rug, maar keek niet om. Hij begreep dat hij niet nog een stap terug kon doen. Ze bleef naar achteren stappen totdat haar achterwerk tegen hem aankwam. In een reflex trok hij zich terug. Met het gevolg dat hij opnieuw een por kreeg.

Hij voelde nu duidelijk hoe ze zich tegen hem aanperste. Benauwd, slikte hij een paar keer en sloot zijn ogen. Haar lichaam voelde zacht en prettig aan. Zijn lichaam reageerde heftig op haar aanraking. De bus stopte plotseling en deinde naar voren. Hij voelde hoe ze opzettelijk naar voren en dan weer naar achteren bewoog. Hij vocht tegen zijn natuur, maar wist bijvoorbaat dat het een verloren strijd zou zijn. Wiskundige formules van jaren geleden probeerde hij in gedachten toe te passen. Hij probeerde aan zijn taken op het werk te denken. Dat alles was vergeefs. Hij probeerde zich halfjes te keren, maar kwam tegen een grote kerel aan die half stond te slapen.

Ze wiegde zachtjes haar achterwerk op het onritmisch deinen van de bus. Hij kon niets anders dan daar te staan en het laten gebeuren. Hij voelde hoe het bloed in zijn hoofd tekeer ging. Zijn oren voelden gloeiend heet aan. Hij opende zijn mond om iets te zeggen, maar kon niets anders dan slikken. Ze had zich ineens lichtelijk voorovergebogen om iets van haar been te vegen. Hij hield zijn adem in. Duidelijk voelde hij hoe ze haar achterwerk draaide zodat ze hem goed kon voelen. “Ok that’s it, als je dat wil dan kan je het krijgen ook”, dacht hij. Een diepe ademhaling. Hij zette zich schrap en maakte zich gereed om nu op haar ritme te gaan stoten en sturen. De bus kwam klagend tot stilstand…Hij keek op en zag dat het zijn stop was. Hij gaf een laatste korte maar harde stoot en mompelde een verontschuldiging. Ze schoof langzaam van hem af. Hij keek haar niet aan.

“Ik keer me niet om! Ik kijk niet om! No loekoe jongoe”, verbeten vocht hij tegen die drang …

Fromu

Carrie

Ze zat en keek naar de foto aan de muur. “Had ik het maar geweten”, dacht ze nog steeds. “Ik had er misschien wat aan kunnen doen. Ze voelde nog steeds het verdriet en de onmacht. Ze stond langzaam op en liep naar de wand waar de foto hing. Liefdevol zette ze de lijst recht. Met haar vingertoppen ging ze over het glas. Een herinnering aan haar dochter Carrie, een foto gemaakt op haar zestiende verjaardag, een paar dagen voor ze overleed.

Achteraf…na haar dood, kwamen wij het een en ander te weten. Pas toen begrepen we waaarom Carrie op haar vijftiende jaar veranderde van een vrolijk en levenslustig kind naar een in zich zelf gesloten en stil persoontje.

Het gebeurde zo een 25 jaar geleden.
Twee weken voor haar zestiende jaardag, vroeg ik haar nog, of ze een feestje wilde geven. “Nee mama,”, had ze resoluut geantwoord. Het had me verbaasd, maar ik liet het voor wat het was. Ze zou wel van gedachten veranderen hoopte ik.

“Ik leef. Ik leef”, schreeuwde ze terwijl ze voor de spiegel stond. Haar zus had dat nog net gezien. Ze begreep het toen niet. Opgewonden was ze toen naar mij toe gehold.”Mama…mama, ik wil toch een feestje..mag ik toch een feestje?”

Mijn meisje was terug. Ik herkende in haar, weer mijn vrolijk meisje, iets dat ze in geen maanden geweest was. Gauw wat inkopen gedaan en feestje gebouwd. Ze was helemaal terug. De vreugde zou echter niet lang duren. Een paar dagen later was Carrie buiten op het erf . We hoorden het gieren van banden. Brekend hout…een klap..gegil. Dat alles speelde zich af in enkele seconden. Een chauffeur had de controle over het stuur verloren en was dwars door de schutting gegaan. Onze Carrie was niet meer.

Later is gebleken dat een van haar vriendinnen een witchboard had meegenomen naar school. Bij het spelen ermee moet dorgegeven zijn dat twee van de groep een ongeluk zouden krijgen. Carrie zou op haar zestiende jaar dood gaan. Het moet haar heel bewust bezig hebben gehouden, een angst, dat het werkelijk uit zou komen. De twee anderen kregen inderdaad ongelukjes…

Torilena

Wraak is zoet…

“Laat me los, ik heb je niets gedaan”, snakkend naar adem protesteerde het ventje. Hij had zijn vuisten gebald en sloeg tegen de rug van Caatje. “Je durft wel tegen een kleinere. Maar denk niet dat ik bang ben”, dapper zoog hij zoveel mogelijk frisse lucht in en begon opnieuw te timmeren op de rug van de grote kerel. “Zoek iemand die even groot en sterk is als jij. Kaolo ma pang pang”

De tranen welden op, maar hij vermande zich en verzette zich zoveel mogelijk tegen Caatje, die er om een of andere duistere reden een duivels behagen in schepte hem te kwellen. Caatje had hem nu in een “houdgreep” en hij kon zich haast niet bewegen. Ze zaten aan de straatkant van het voetbalveld. De wedstrijd was niet spannend. Maar niemand scheen door te hebben dat hij lastig gevallen werd. Gelukkig..Caatje had hem losgelaten. Om een of andere reden liep hij niet weg. Integendeel…Hij stond onvast op zijn benen en begon Caatje voor allerlei uit te maken. “No spang Caatje, Ik beloof je dat je dit zal betreuren”. Hij werd kwaad van onmacht en voelde zich aan zijn lot overgelaten. “Waarom zei niemand iets tegen Caatje?”, vroeg hij zich af. Hij voelde zich niet goed..kon moeizaam ademhalen, maar hoopte toch dat hij een partijtje zou kunnen voetballen.

Caatje was de goalkeeper. Een boom van een kerel die zich zat te vervelen, wachtend op de volgende wedstrijd ook.
Eindelijk de wedstrijd was voorbij. Nu was het hun beurt. Enthousiast stormden ze het veld op. Gelukkig waren er niet genoeg spelers dus hadden ze geen andere keus dan hem toch te laten meedoen. Geen linksbuiten vandaag. Neen hij kon dat niet opbrengen vandaag. Linksbuiten was normaal zijn positie. Hij had het voordeel even goed met zowel het linker-als het rechterbeen te kunnen trappen. Maar die post zou teveel van hem vergen. Dan maar in de verdediging. Caatje nam plaats in het doel.

Moeizaam lukte het hem samen met Willie de steeds feller wordende aanvallen van de tegenpartij tegen te houden. “Poer a bal dja, wegwerken dat ding. Sa je plei nanga bal”, de korte luide opdrachten van Caatje volgden mekaar snel op. Terwille van het spel deed hij zoals Caatje opdroeg.
Het spel ontwikkelde een hoog tempo. Zijn ploeg had een een-nul voorsprong. Twee aanvallers van de tegenpartij kwamen van links aanzetten met een flitsende een-twee combinatie. Even leek het alsof hij ook gepasseerd zou worden. Met een snelle reflex kon hij net de bal onderscheppen. Hij keek op en zocht naar zijn “schakel”. Die maakte zich snel vrij. “Sa je draai draai nanga a bal, plei a ka bal jongoe”, luidkeels probeerde Caatje hem aan te sporen. Hij dribbelde even naar voren met de bal. Dan stopte hij abrupt. Hij keek terug, en zag Caatje heftig gesticuleren. Hij maakte een schijnbeweging alsof hij de bal naar de skagrie zou trappen met het rechterbeen, maar in de plaats daarvan maakte hij een halve draai en schoof de bal naar achteren. “M’o poeroe ka gie ing,” dacht hij verbeten.

Het volgend ogenblik zag hij Caatje naar zich toelopen. Zijn gezicht verwrongen in een grijns trapte hij de bal naar Caatje toe. Net buiten diens hand bereik. “Tik dja nanga ka”, siste hij. Caatje dook op de bal en hij hoorde een botte “krak”, gevolgd door een luide gil van Caatje.
Zegevierend keek hij hoe Caatje op een fiets weggevoerd werd. Zijn linkerhand als een slang vasthoudend. Net boven de pols had die een fractuur opgelopen. De schuldgevoelens kwamen toen langzaam naar boven…

Fromu

Leggings en dergelijke

De glimmende stof kleefde tegen haar lijf als een tweede vel. Elke intieme plooi werd geaccentueerd en tussen navel en taillerand leek een behoorlijke afstand vlees bloot te staan. De welvingen van haar middel naar haar heupen leken volmaakt. Zijn ogen volgden haar contouren en bleven steken tussen haar benen. Terwijl ze haar gewicht verplaatste van het ene – naar het andere been, zag hij de scheiding van haar intiemere delen. Hij merkte dat er geen symmetrie was. Het leek wel alsof een van de “lellen”, zijn glimlach werd een brede grijns, veel groter was dan de andere. Zou ze een directoir aanhebben? Een strakke t-shirt waarvan het gedeelte net onder haar borsten weggescheurd was, leek op springen te staan. In gedachten zag hij dat reeds voor zich. De grijns werd een flauwe glimlach. Even werd zijn aandacht afgeleid door een korte zuur riekende zwerver, die luidruchtig een maaltijd bijeen probeerde te graaien uit een van de grote vuiltonnen van Alegria.

Ze tikte ongeduldig met twee nagels op de toonbank. Ze keerde zich naar een krachtpatser die zich geen houding wist. Powa leek vers uit een fitness boekje gestapt te zijn. Hij had ook een baisiegrie broekoe aan. Daarboven een kleine okselmouw truitje die zijn armen veel groter deden uitkomen. Met een strak en stoer gezicht stond Powa niet ver van haar, naarstig proberend de hongerige blikken van menige jonkoeman te pareren.

Hij had de halfharde frites van zich afgeschoven en genoot van het schouwspel voor zich. Luidruchtig slurpte hij aan zijn coke. Ze keek automatisch naar de richting waar het geslurp vandaan kwam. Spelend met een rietje tussen zijn lippen maakte hij vlug een knipoogje. Ze rolde zonder dat Powa het zien kon met haar ogen en glimlachte. Achter hem hoorde hij een zachte “psssst” en daarna gelach van een paar jonge kerels. Powa scheen nu ook ongeduldig te worden en begon zijn spieren te flexen.

Eindelijk kwamen ze de trap opgelopen. Powa voorop met een dienblad in zijn handen en zij met een brede glimlach op haar lief gezicht. Het geroezemoes van vooral de mannen stopte even. Powa wist niet hoe hij het had. De frons op zijn voorhoofd was duidelijker geworden. Moeizaam probeerde hij ongeinteresseerd te kijken. Als betoverd keken minstens zes andere gasten naar het perfect spel tussen de spieren van haar achterwerk en de glimmende stof van haar legging. Ze hadden allemaal zo hun eigen onuitgesproken gedachten.

“Briediebrap, klengeleng”, gevloek en dan een collectieve schaterlach. De stilte was weer verbroken. Die moest de vuilniston ingekropen zijn, want de zwerver probeerde vlug, te vlug, de ton uit te komen om te zien wat er gaande was. Hij zat plat op de vloer en grijnsde verlegen terwijl hij de etensresten van zijn gezicht veegde. Langzaam rolde de ton tot een halt…

Fromu

De ontmoeting

Eindelijk was het zover. Zou ze hem dan echt zien? Ze was vol van alle soorten van verwachtingen, en haar hart klopte als nooit te voren. Ze raakte heel erg opgewonden. Langzaam kroop de tijd voorbij. Nu was het zover. Gekleed in een strakke zwarte cat suite dat wel gegoten leek stapte ze op hem af. Ze streek met haar vlakke handen over haar strakke buik en voelde zich warm worden. Met bezwete handen groette ze hem beleefd.
Daar zat hij dan….de warme hartstochtelijke stem.

Ze zat hem stilletjes te observeren en genoot van alles wat er gebeurde. Ze had geen oog meer voor de anderen in de kamer. Alleen die ene persoon die zo verlegen overkwam dat het hem sierde. Zo gewoon, zo sexy en zo HEM.

De avond zette zich langzaam voort. Er werd gegeten en gedronken. Er werd besloten om toch nog iets van de stad te gaan bekijken. Natuurlijk maakte haar hartje een dubbele salto van plezier. Want dat betekende meer innerlijke plezier voor haar. Meer en langer genieten van HEM. De groep belandde in een gezellige cafee ergens op Zorg en Hoop. Er werd gedanst. Een typische Paramaribo avond. Een zachte bries en een behaaglijke warmte. De sfeer was top.

Diep in gedachten verzonken vergat ze alles om haar heen. Ze vergat zelf om met hem te flirten….hahahaha…Je gelooft het niet maar het is waar. Ze was helemaal in trance van HEM.

Maar die avond betekende zoveel voor haar, dat het niet uitmaakte als er geflirt werd of niet.Zijn aanwezigheid was genoeg . Voor de eerste ontmoeting, want de belofte aan HEM dat het nogmaals zo zal verlopen kan ze niet maken…

Ze zat voor zich uit te staren. “Wat als ze hem weer ontmoet”, dacht ze. “En waarom had hij haar niet gevraagd ?” Ze wist van haar zijde waarom ze niet het initiatief genomen had. Noem het maar verstandsverbijstering. Of angst om ‘nee’ te horen. Of eerlijk gezegd…angst om het feit dat ze het niet bij het dansen zou kunnen houden.Om zo dicht bij hem te zijn en om zijn lichaam te voelen tegen het hare. Dat zou het ultieme voor haar zijn. Heel makkelijk om zich compleet te kunnen verliezen. En helaas liet het moment dat niet echt toe.”Jammer…eeuwig jammer”, zuchtte ze zachtjes. Voor de eerste ontmoeting, want de belofte aan HEM dat het nogmaals zo zal verlopen kon ze niet maken.

“De kans zit er dik in dat ik hem spontaan bespring” ze bloosde bij de gedachte. Een gezicht zo rood als een tomaat en een vulkaan die er jaloers op zou zijn wat betreft de warmte die eraf straalt…

Pantera

 

Ontiman

“Je gaat ze stuk voor stuk schoonmaken en ervoor zorgen dat ze opgegeten worden”, op een norse toon sprak zijn vader hem aan. ” Ja maar..pa”, probeerde hij in te brengen. “Niets “ja-maar-pa”, ik heb je altijd gezegd dat als je iets schiet dat je het moet eten.” Hij schaamde zich diep en voelde zich misselijk worden . Hij wierp een vluchtige blik op de hoop levenloze lichaampjes. Hij vroeg zich af hoe hij zich zo had kunnen laten gaan. Nimmer had hij gedacht dat hij in staat zou zijn om op deze manier te handelen.

Zijn zakken zaten vol met patronen. Hij voelde zich echt een “ontiman”, compleet met “sevenshooter” Caliber 20. Het paadje kronkelde minstens 5 kilometers de plantage in. Aan weerszijden dampte hoopjes afgebrandde struikjes. De geur van zijn zweet mengde zich met de brandlucht. Koren, gebrande koren, dat was het ja.. het was een aangename geur Een geritsel in het struikgewas deed hem even opschrikken. Hij nam het geweer van zijn schouder en hield het voor zich uit. Muisstil stond hij voor een minuut te turen in het struikgewas. Alles bleef stil. Langzaam zette hij zich weer in beweging. De schelpen kraakten onder zijn schoenen.

In de verte zag hij het meloenenveld. Hij zette het geweer naast zich en zocht een lekkere gespannen meloen uit. Met een beweging brak hij die over zijn knie. Het zoete vocht droop langs zijn vingers terwijl hij zich tegoed deed. “Hopelijk kom ik toch wat wild tegen”, dacht hij. “Dan hoef ik niet met lege handen naar het kamp terug te keren. W’ans wan kes kesie of misschien een hert. Of anders een papegaai.” Hij had veel daarvan zien opvliegen in het bos in de verte.

Een wild gekrijs deed hem opschrikken. Hij pakte automatisch het geweer en stond snel op. Hij keek om zich heen en zag een hele troep monki monkies op nog geen twintig meter verwijderd. Ze maakten een hels kabaal terwijl ze spelend over de takken van de overhangende bomen sprongen. Sommigen aten van de swietbonkies. Anderen dolden en kwamen op de grond terecht.

Hij voelde zijn hoofd licht worden. Zijn hart begon te bonken. Heel beheerst legde hij aan. Een luide knal. Een hels kabaal brak los. Het gekrijs werd bijna hysterisch. Twee van de monkie-monkies vielen dood neer. “Krakkak”, een rokende huls sprong uit de sevenshooter en weer klonk een luide knal. Dan weer een. En nogmaals. Hij wilde niet meer, maar hij kon zijn vinger niet van de trekker halen. In een waas zag hij de de lichaampjes verspreid over de grond. Toen had hij geen patronen meer.

 

“Shit , sa mie doe?” Hij zakte door zijn knieen en zat met het geweer gekruist over zijn benen. Hij werd kotsmisselijk. De kruitdamp drong zijn neusgaten binnen. Hij bedekte met beide handen zijn ogen. “Pa o kier mie mars”, bedacht hij. In de verte hoorde hij het geronk van de “konkoni” een kleine kubota tractor. Hij probeerde zich zo klein mogelijk te maken. Dit was niet nodig geweest. Hij prevelde met een trillende bovenlip overstaanbare excuses, keek op naar de hemel en smeekte om vergiffenis.

De moksie alesie rook heerlijk. Angrie bing kier ing. Maar wat was dat? Een handje als dat van een baby, maar dan gevuld met rijstkorrels op zijn bord. Hij hield zijn hand voor de mond, rende het bos in en kokhalsde…

Fromu

Her herie

Hij had zich reeds een hele voorstelling gemaakt van hun samenzijn. Ze was een echte spang meid. Tamelijk groot gebouwd en goed voorzien. Ja mang a sma bing tja baka djarie. De ‘pas tiefie’s’ tussen haar volle lippen beloofden wat. Juist ..meid nanga pas tiefie krasie wreed zei men nu eenmaal. Bovendien was ze verpleegster. Hij wreef zich stiekempjes in de handen.

Ze slenterden de Stoelmanstraat in. Hij liep dicht naast haar en zorgde ervoor dat hij steeds als-per-ongeluk tegen haar aankwam. Hij raakte opgewonden bij het vooruitzicht haar stevig vlees in zijn handen te hebben. “Hmm… sa je boks boks so nanga mi”, grapte ze. ” Je weet wel waarom”, hij knipoogde naar haar en zag hoe ze haar ogen vlug neersloeg. Spelend hield hij de pas in en liet hij haar voor zich uitlopen. “Mijn vader, meisje je gaat me helemaal krankzinnig maken met die baka sei van je’, zei hij lachend.

“Fwiet fwiettttt”, een schril gefluit kwam uit de richting van London Tuf Tuf schuins tegenover Brahma n.v. Ze keek niet om maar een lichte glimlach deed haar mondhoeken even opkrullen. “Zie je wat ik bedoel”, hij deed een arm om haar middel en trok haar lichtjes naar zich toe. Trots liep hij nog steeds met zijn arm stevig om haar heen het terrasje van Thalia op. De goedkeurende geluidjes aan de bar bleven niet weg.

Hij stond versteld van haar gevoel voor humor en het gemak waaarmee hij haar aan het schaterlachen kon brengen. Hij liep over van zelfverzekerdheid. “Deze heb ik vanavond nog in bed” dacht hij bijna luidop. Hij verontschuldigde zich en begaf zich naar het toilet. Pas dan merkte hij dat hij reeds aardig aangeschoten was. Met veel ambarang haalde hij zijn plasser tevoorschijn. “Hallooo bigi boi, er is straks veel werk aan de winkel hoor”, richtte hij zich grinnikend tegen zijn lid. Hij waste zijn handen en keek goedkeurend in de spiegel.

Ze was opgestaan en zat nu met haar rug tegen de muur. Ze glimlachte breed tegen een grote kerel die uitgebreid aan de bar zat te genieten van een flinke portie “her herie.” Wacht eens.. hij kende die kerel. Tenminste hij scheen en bekend persoon..een minister of zo. Hij probeerde zijn irritatie te verbergen. Ze zag dat , boog zich voorover en gaf hem een kus op zijn wang en weg was de irritatie. Hij glunderde weer en keek gefixeerd naar haar stevige en goed gevormde borsten.

“Psst…kom. Ze gebaarde hem dichterbij te komen. Ze pakte zijn hand vast en lachtte in zijn oor. Zie je die kerel daar. Kijk niet nu…maar die half kale kerel.. Heb je hem gezien?”
“Ja…ik heb gezien hoe je naar hem keek. Wat is er met hem? Hij wierp een vluchtige maar giftige blik naar de kale.

“Ik wil hem hebben”, ze giechelde luid nu. Hij trok zijn hand terug alsof hij zich gebrand had. Achterover zittend keek hij haar lang en doordringend aan. Ze draaide haar glas tussen haar vingers en glimlachte naar hem. “Wat moet ik doen om zijn aandacht te trekken?”

Hij zat zich af te vragen hoe ze dat kon doen. Had ze dan niet door hoeveel hij naar haar verlangde? Hoe kon ze zo ongevoelig zijn. Heel even wilde hij gewoon opstaan en weggaan. “Wat is er met je? Je bent ineens zo stil”, ze leek even weer geinteresseerd . ” Maar zeg noh. Hoe doe ik het?”

Hij nam een flinke teug cognac en keek haar wazig aan. “Sta op loop naar hem toe, pak een stukje banaan en doe die in je mond. Lik je vingers en stel je voor aan hem. Als hij ballen heeft zal ie je op zijn minst ondeugend en interessant vinden”
Ze keek onbegrijpend en schudde haar hoofd. “je wil dat ik…in mijn mond? Je bent niet goed wijs!” Ze speelde nu met de ijsblokjes in haar glas en likte speels haar vinger af.

“Ok.. ik doe het..” Met vaste en soepele passen baande ze zich een weg naar de bar. De kale keek even op en er verscheen een geamuseerde blik op zijn gelaat toen ze zonder woorden een stukje banaan van zijn bord pakte. Vanwege de afstand en het rumoer kon hij niet precies horen wat er gezegd werd, maar ze nam plaats naast de kale en al gauw verlieten ze samen de plaats. Ze maakte onopgemerkt een knipoogje naar hem. Alsof het hem niet kon schelen wuifde hij met zijn glas…half opgeheven…

 

Fromu

Kweek

 

“Neen…dat is het niet”, ze snikte heftig en schudde haar hoofd. “Sssst…niet huilen schatje”, hij nam haar gezicht in beide handen en kuste haar zachtjes op haar voorhoofd. Ze sloeg haar grote met tranen gevulde ogen naar hem op. Hij keek haar doordringend en vragend aan. Ze bedekte haar gezicht weer met haar handen en schokte wild. “Wat is er dan? Vertel het maar”, hij keek haar nu bijna smekend aan.

Hij zat achterover in de auto en stak een sigaret op. Terwijl hij diep inhaleerde vroeg hij zich af wat er met haar aan de hand kon zijn. Hij keek haar aan. Ze zag er goed uit. Een lekkere jonge vrouw. Ze was niet meer het klein meisje dat hem verafgoodde. Niet meer het meisje dat hem bijna over de schutting getrokken had om haar trillende lippen tegen de zijne te persen. Ze was niet meer het onschuldig meisje dat hem die lekkere “roodborstje manja’s” had aangeboden.

Hij kon zich nog elke beweging herinneren die ze bij haar venster gemaakt had. Vanuit zijn venster had hij haar steeds vol bewondering gadeslagen. Hij had innig genoten van de speciale show die ze alleen voor hem opvoerde. Haar jonge borsten stonden fier en stevig in de warme Surinaamse avond wind. In gedachten zag hij nog hoe de wind een intiem spelletje speelde met haar lichaam en haar nachtjapon. Ze had zich steeds langzaam teruggetrokken.

En nu op de dag dat hij zou plukken wat hij dacht dat hij al die jaren gekweekt had, zat ze te snikken alsof haar moeder op sterven lag. Hij raakte lichtelijk geirriteerd en pakte haar vast aan haar bovenarm. Weer keek hij haar aan en ineens was het duidelijk. Ineens leek het alsof hij bezeten werd door een weten. Ineens wist hij wat ze wilde zeggen. Hij nam haar kin in zijn hand en lichtte haar hoofd een weinig op. “Wie was het?” Hij vroeg het zachtjes…bijna fluisterend. Ze slikte hard en opende haar mond om iets te zeggen maar er kwam slechts een grote snik uit. “Wanneer is het dan gebeurd?” Met veel moeite onderdrukte hij zijn woede.

Vaagjes kon hij zich de consternatie herinneren. Hij had zich altijd afgevraagd waarom ze zo hartstochtelijk gehuild had. Ze was ampertjes dertien..hooguit veertien jaaar oud. Zowel haar moeder als haar vader hadden haar die dag flink onder handen genomen. Ze had slaags gehad en was dagen niet tevoorschijn gekomen. Hij had vergeefs gewacht bij zijn venster. Het hare was dagen achtereen gesloten gebleven.

Hij omhelsde haar stevig en stelde haar gerust. Haar snikken was opgehouden. Met een grote frons op zijn voorhoofd startte hij zijn auto. Toen ze doorhad dat hij terug richting haar huis reed, pakte ze zijn hand vast. Zwijgend keek hij haar aan. Ze zakte haar hoofd en liet hem los.

“Zie ik je morgen?” Ze vroeg het aarzelend.
“Misschien…ik weet het even niet “, hij keek weg van haar.
“Ik weet dat je me nu haat”, ze keek naar haar schoenen.
“Zeg geen gekke dingen, ik zal je nooit haten”. Hij haalde diep adem.
“Als je me nooit meer wil zien heb je gelijk”. De tranen welden weer op in haar ogen.
“Het is zolang geleden gebeurd en het heeft niet veel betekend…Ik…ik…”. Ze zocht naar woorden om hem gerust te stellen. Woorden om alles wat erop dat moment speelde ongedaan te maken.
“Doe dat niet. Je hebt gelijk. Het is gebeurd en ik had het moeten weten.” Hij vloekte. Hoe had hij het niet geweten? Ze waren ver genoeg gegaan. Hij had zich vaak bijna onmenselijk moeten inspannen om haar hongerig lichaam te weerstaan. Haar orale vaardigheden zag hij nu ook uitgelegd.

Hij groette haar kort en met gierende banden reed hij weg.
“Ik hou van je “, ze vormde die woorden met haar lippen maar er kwam geen geluid uit.
Stil keek ze hem na.
Ze wist dat ze hem nooit zou bezitten.
Hij wist dat ook…

Fromu

 

Kweek (Take 2)

 

Zwijgend concentreerde hij zich op de weg. Ze keek hem even aan en snel weer van hem weg. Het onbeschrijflijke gevoel kwam weer bij haar naar boven en ze wou maar al te graag zijn hand vast pakken.

Ze keek van hem weg het raam uit. Er werd nog steeds geen woord gezegd. “And I said fly on my sweet angel. Fly on through the sky.”, Jimi Hendrix klonk troostend op de achtergrond. Plotseling kwam er een zachte bries het raam binnen gewaaid . Haar rechterhand ging als vanzelf naar haar blouse om het dicht te houden terwijl haar linker even tegen zijn hand aankwam die op de versnellingspook rustte. Er ging door beiden een rilling heen. Hij zelf bleef strak voor zich uitkijken. De tijd bleef even stil staan. Een sfeer van warmte en serene rust kwam over hen heen.

Met een ruk kwam de auto tot stilstand ze keek geschrokken om haar heen. Hij stapte de auto uit en maakte de poort open. Ze hoorde het gekraak van schelpzand onder zijn schoenen. Hij stapte weer de auto in reed de garage naast het huis binnen. Ze keek verrast en vragend om zich heen. Het was een lage witte woning geheel nieuw. Ze durfde niets te vragen hijzelf zei nog geen woord.

Hij opende de zijdeur van het huis pakte haar vast om haar middel met zijn linker hand en ‘als hadden zij het afgesproken’ gingen zij tegelijk met hun rechter voet over de drempel heen. Hij liet haar los. Zij bleef nieuwsgierig rond kijken. Hij gooide zijn sleutels op de keuken tafel; terwijl hij bukkend zijn schoenen uit deed zei hij heel nuchter..’dit is thuis’.

Terwijl zij nog steeds vragend om zich heen keek, trok hij haar met kracht naar zich toe, friemelde haar bloesje los en duwde haar zachtjes tegen de muur aan. Haar borsten sprongen vrij en zijn handen gingen gretig over haar lichaam. Hij kuste haar vol passie, bracht haar de slaapkamer in en kon zich niet langer inhouden. Hij zoog zich vast in haar nek. Ze smolten samen. Ze namen eindeloos bezit van elkaar…

De sirene van de ambulance maakte een hels lawaai. De verplegers snelden zich naar de auto. Die was van de weg gevlogen, tegen een boom aangekomen en over de kop gerold. Nog net niet de sloot in…Het was hun gezamenlijke laatste droom geweest toen hij probeerde al rijdend de ring om haar vinger te schuiven…

Lyra

 

 

Soultime

 

Hij stond met zijn rug tegen de muur van de schaars verlichte hal. Zijn armen over de borst gekruist en zijn blik strak gericht op haar rug. Hij volgde elke beweging die ze maakte. Hij verstijfde heel even toen hij twee grote handen over haar rug zag glijden. Het leek alsof ze huiverde onder die handen.

Met groeiende ontsteltenis sloeg hij hun gade. Langzaam haalde hij een pakje sigaretten uit zijn hemdzak. Hij plofte eentje in zijn mond maar stak het niet aan. Hij keerde zich abrupt om en liep de hal uit. Halverwege de uitgang stopte hij. Langzaam keerde hij zich om en liep terug.

Een lichte wanhoop tekende zijn zoekende ogen. Enigszins gerustgesteld merkte hij dat ze nog aan het dansen was. Hij zag nu hoe de grote kerel zich tegen haar aanwreef. Ze had haar handen om zijn hals terwijl hij met beide handen haar billen omvatte. Haar ogen waren gesloten en haar lippen waren lichtjes vaneen. Zo af en toe verscheen er een glimlach op haar gezicht en beet ze lichtjes op de nagel van haar duim.

Hij boog zich voorover zodat zijn mond dicht bij haar oor kwam. Het was niet duidelijk of hij haar iets toefluisterde of als hij haar oor met zijn lippen beroerde. Ze bloosde wel hevig en streek met haar tong over haar lippen. Nu begroef hij zijn gezicht in haar hals. Ze giechelde zachtjes.

Moeizaam weerde hij de ene gewelddadige gedachte na de andere. Hij voelde zich beetgenomen en zon op wraak. Hoe kon ze. Dan nam de teleurstelling over. De neiging om een klapstoel, of de halve parbo fles die hij in zijn hand hield, tegen hun hersenpan kapot te slaan werd steeds groter, maar ze waren het niet waard.

Ze vroeg zich af waar hij bleef. Hij zou er reeds tegen tienen zijn. Ze baande zich een weg tussen de mensenmassa. Uiteindelijk stond ze in de danszaal. Dit was niet haar idee van een soulparty. Ze keek vluchtig naar haar horloge. “Kijk het is al bijna elf uur”, wanhopig keek ze in het rond.

Zijn silhouette tekende zich af tegen de muur. Ze herkende zijn postuur meteen en liep op hem af. Ze schrok even. De verachtelijke blik in zijn ogen zou ze nimmer meer vergeten. “Hier sta je…en ik loop overal naar je te zoeken. Wat is er met je?” Langzaam drong haar stem tot hem door. Beduusd keek hij haar aan. Vol ongeloof keek hij weer naar het paar op de dansvloer. Dan weer naar haar. Hij keek haar lang aan en trok haar naar zich toe. “Thanks”, stamelde hij dankbaar terwijl hij haar zachtjes in zijn armen nam. “Kom weg…”

Fromu